• Alles inclusief

  • Betaalbare vakanties

  • Ideaal voor groepen

  • Hoge kwaliteit instructie

banner image
Mountainbiken

Leren springen met je downhill-mountainbike!

Sprongen horen bij het DNA van downhill-mountainbiken. In elk bikepark vind je ze in allerlei vormen en maten: van kleine hobbels tot grote jumps. Springen geeft een onverslaanbaar gevoel van vrijheid — het is spannend, leuk en bijna verslavend!

Om veilig te leren springen en rustig te blijven groeien, deelt Quentin Michaux, ervaren rijder en VTT-instructeur bij UCPA, zijn beste tips.

1. Kies sprongen die passen bij je niveau

Als je wilt leren springen met de mountainbike, is het belangrijk om stap voor stap te werken. In een bikepark vind je altijd kleine sprongen om mee te beginnen. Toch is niet elke sprong even goed gebouwd, dus kies voor goed gevormde, geleidelijke jumps die voorspelbaar aanvoelen.

Een les bij een instructeur is sterk aan te raden: die weet precies welke sprongen geschikt zijn voor beginners en helpt je een positieve eerste ervaring op te doen. Dat vertrouwen is cruciaal voor je verdere progressie.

Laat je bovendien niet meeslepen door groepsdruk of het “durf-je-of-durf-je-niet”-spel. Blijf realistisch over je niveau — het is beter om gestaag vooruit te gaan dan jezelf te forceren op sprongen die nog te groot zijn.

Bekijk alle vakanties
thumbnail

2. Verken de sprong en de omgeving

Net als bij skiën of snowboarden, spring je nooit blind in het mountainbiken. Bekijk altijd eerst de hele zone: de aanloop, de afsprong, de landing en alles eromheen.

Er bestaan verschillende soorten sprongen — bijvoorbeeld tables (aaneengesloten bulten van aarde), gaps (met een leeg stuk ertussen), step downs (landing lager) of step ups (landing hoger). Elk type vraagt een andere aanpak: soms moet je het voorwiel extra “duwen”, soms juist oppassen dat het achterwiel niet te hoog komt.

Een goede voorbereiding voorkomt verrassingen, en begeleiding van een instructeur helpt om die verschillen veilig te leren aanvoelen.

3. Werk aan je basishouding

De gouden regel voor elk sprong: blijf in balans. Van de aanloop tot de landing moet je lichaamsgewicht perfect gecentreerd blijven.

Zit je te ver naar voren of naar achteren, dan belast je één van de veringen te veel, met een risico op een “kick” of ongecontroleerde landing.

Een paar vuistregels:

  • Houd je heupen boven het zadel en je schouders boven het stuur.
  • Blijf actief in de afsprong (kicker): niet te ver door de knieën zakken en niet achterover hangen.
  • Laat het terrein niet met jou spelen — blijf de fiets “lezen” en controleer de beweging.
thumbnail
thumbnail
thumbnail
thumbnail

4. Beheers je snelheid

Snelheid is één van de belangrijkste factoren voor een geslaagde sprong. Je moet je tempo ruim op voorhand inschatten, want afremmen vlak voor de afsprong brengt je uit balans.

Doe eerst een paar speed checks: kijk hoe andere rijders het doen, of maak zelf een paar testaanlopen zonder af te springen. Zo leer je inschatten hoeveel snelheid nodig is voor verschillende spronggroottes.

En onthoud: te veel zelfvertrouwen is net zo gevaarlijk als te weinig. Blijf bescheiden, ook als het goed gaat.

5. Omgaan met angst

Een zekere spanning is normaal wanneer je leert springen. Je denkt aan wat er mis kan gaan — dat hoort erbij. Toch is het belangrijk om die angst om te zetten in concentratie.

Focus op de handelingen die je moet uitvoeren, niet op mogelijke valpartijen. Denk rationeel, blijf rustig ademen en vertrouw op je techniek.

En als het echt niet goed voelt? Forceer niets. Niemand wint iets door een sprong te nemen waar hij niet klaar voor is — de beste beslissing kan soms zijn om even te wachten tot je er weer vertrouwen in hebt.

Bekijk alle vakanties

Dit vind je misschien ook leuk

misschien
Mountainbiken

De 5 mooiste plekken om mountainbiken en e-mountainbiken te beoefenen!

Mountainbiken is een geweldige manier om de bergen te verkennen en te genieten van adembenemende pad...

Lees meer